Turbo diesel
Post ethnography
Maziar Afrassiabi (Iran, 1973) laat een aantal mensen uit verschillende hoeken van de Napolitaanse samenleving samen twee dagen lang zang opnemen. De deelnemers zingen vaak hun favoriete liedjes, maar omdat iedereen een ander achtergrond heeft, moeten de zeer uiteenlopende liedjes al zingend onderhandeld worden binnen de groep. Soms werden ongedefinieerde stemgeluiden gemaakt. Traditioneel gezien worden deze geluiden, beschouwd als ‘noise’. Het muzikale proces van structurering van ‘noise’ zoals beschreven door Jacques Attali, komt tegelijkertijd overeen met het politieke proces van het structureren van een gemeenschap. Het opgenomen materiaal wordt door Afrassiabi al improviserend onderworpen aan een muzikaal ‘grid’, met bass, drumpads, gitaar en synthesizer.
Het werk van Maziar Afrassiabi is begonnen deel uit te maken van een groter on-going project in Charlois genaamd de “Charlois Frequencies”.
Maziar Afrassiabi (Iran, 1973) records a group of people from different corners of the Neapolitan society whom he asks to sing together for two days. Participants often sing their favourite songs, but since everyone had a different background, the most diverse songs have to be negotiated by singing within the group. Sometimes their voices are undefined. From a traditional point of view these sounds are defined by the term ‘noise’. The process of structuring the musical ‘noise’ as described by Jacques Attali coincides also with the political process of structuring a community. The collected material is submitted by Afrassabi, all this by improvising, to a musical ‘grid’ composed by bass, electronic drums, guitar and synthesizer.